een voorgevoel hebben (v) (geestelijke gewaarwording) | prévoir (v) (geestelijke gewaarwording) |
een voorgevoel hebben (v) (geestelijke gewaarwording) | entrevoir (v) (geestelijke gewaarwording) |
een voorgevoel hebben (v) (geestelijke gewaarwording) | pressentir (v) (geestelijke gewaarwording) |
een voorgevoel hebben (v) (geestelijke gewaarwording) | sentir (v) (geestelijke gewaarwording) |